Na een bijzondere kindertijd in Oranjewoud, Friesland, leek het leven pas goed te beginnen in Sittard in 1955. De lagere school in de Baandert en vervolgens het gymnasium aan het Bisschoppelijk College.

Mijn vele culturele activiteiten, gitaar, toneel en ballet, mede gestimuleerd door de bouw van de nieuwe schouwburg en mijn bijzondere vriend: Jan Wolff, deden me kiezen voor een beroepsopleiding tot balletdanser. Geen normale keuze in die tijd; realisering ging dan ook niet zonder horten en stoten. Mijn vertrek naar Amsterdam in 1961, opende de wereld van kunst en theater en bracht nieuwe goede vrienden, bijzondere nieuwe leraren en veel nieuwe ervaringen.

Het Nationale Ballet vond me in 1966 goed genoeg om me te contracteren als danser. Tot 1992 zou ik aan dit gezelschap verbonden blijven, echter vanaf 1971 niet meer als danser, maar in opeenvolgende organisatorische functies, als laatste die van adjunct-technisch directeur van het Muziektheater. De ontmoeting van en samenwerking met een enorm aantal grote kunstenaars en bijzondere artiesten in die jaren, maakt die periode van ruim 25 jaar werkelijk onvergetelijk. Mijn gelijktijdige bestuurlijke - en verenigingsactiviteiten brachten nieuwe collega's, vrienden en vergezichten.

Perikelen rond directievoering en bestuur van de Technische Organisatie Muziektheater, brachten me in 1992 tot een verdere loopbaan als zelfstandig organisatieadviseur; met als werkterrein de wereld van theater en kunst en cultuur. Opnieuw verbreedde ik mijn horizon en behalve nieuwe relaties, deskundige collega’s en bijzondere opdrachtgevers, vond ik bovenal nieuwe kennis en ervaring, waarmee ik anderen verder kon helpen. Alles tezamen geeft me dat eind 2007 de voldoening meer dan veertig jaar iets te hebben kunnen bijdragen aan de culturele wereld.

Zie verder op de pagina's De perioden en/of De thema's.