Taal:

Zonder goede opdrachtgevers had mijn leven er geheel anders uitgezien. Zonder ook maar iemand van de velen voor wie ik de laatste 15 jaar als organisatie-adviseur heb mogen werken, tekort te willen doen, noem ik alleen een aantal bij naam; zij zijn in diverse opzichten bepalend geweest voor mijn eigen ontwikkeling en bestaan. Maar het was zo goed als altijd aangenaam met alle opdrachtgevers te werken, of het nu om een grote of kleine opdracht ging. Ik dank hen oprecht voor het vertrouwen dat zij in mij hebben getoond.

Truze Lodder en de Nederlandse Opera
Freek van Duijn en zijn netwerk
Hans Onno van den Berg en zijn bureau Cenario
Hans Wolff en zijn bureau Hans Wolff & Partners
Louis Janssen en Gerbrand Borgdorff en hun bureau Theateradvies
Ryan Hendrikx en het bureau 4Advies
Toneelgroep Amsterdam
Frits van den Haspel en de SOTT
Jeroen de Leeuw en zijn bureau Adviesetc.
Het Scholingsfonds voor Kunst en Cultuur

De eerste was Truze Lodder van de Nederlandse Opera. Zij gaf mij een aantal substantiële opdrachten mee bij mijn vertrek uit het Muziektheater en daarmee kon ik een goed begin maken. Zij wist als mijn voormalige bestuurder ongeveer wat ze van me mocht verwachten. Maar zo niet Nel Oskamp, directeur van Goudse Schouwburg, zij vertrouwde mij echt de eerste opdracht als zelfstandig organisatie adviseur toe; en het is niet bij één gebleven. Terug naar lijst

Een zeer goede relatie als opdrachtgever bouwde ik op met Freek van Duijn, nu partner in het adviesbureau Frame, toen zakelijk leider van het RO-theater, die mij vroeg voor de begeleiding van de verzelfstandiging van het decoratelier. Daaruit vloeiden andere opdrachten voort, toen hij directeur van de Stadsschouwburg in Arnhem werd en later zelfs vanuit zijn eigen bureau. Ook kon ik later een aantal opdrachten aannemen van indertijd betrokken medewerkers van het RO-theater: Ben van der Knaap, als zakelijk leider van Tryater en nu Cultureel kwartiermaker in Sneek en bij de start van Toneelgroep Oostpool, Alek Kühne, de zo succesvolle zakelijk directeur van dat gezelschap, die mij bij het bestuur introduceerde voor een substantiële opdracht. Het was eveneens Freek van Duijn, die mij aanbevelingen gaf bij een aantal collega theaterdirecteuren, waaronder Sylvia de Vlaming, directeur van theater Bommersheuf te Zevenaar en ook daaruit vloeide meerdere opdrachten uit, waaronder de begeleiding van een fusieproces van drie culturele instellingen in opdracht van de Gemeente. Bijzonder aangenaam was ook de opdracht die daarop volgde van Tom van der Goot, voor begeleiding van een veranderingsproces in de Oosterpoort te Groningen. Terug naar lijst

Verguld was ik met een serie van opdrachten van Hans Onno van den Berg, nu directeur van de VSCD, toen zelf adviseur met een eigen bureau. Als toegevoegd specialist heb ik aantal van zijn eigen onderzoeksopdrachten helpen realiseren. Buitengewoon blij was ik ook toen Piet Aartsen Tuijn, mij als voorzitter van een bejaarden tehuis liet mee offreren naar opdracht voor de begeleiding van een fusieproces. Tot mijn verassing kreeg ik de opdracht en werd deze vervolgd met de begeleiding van het bestuurlijke veranderingsproces naar een Raad van Toezicht in het vervolgfusieproces naar een grote zorginstelling in Bussum. Terug naar lijst
Veel opdrachten kreeg ik ook via Hans Wolff en zijn theateradviesbureau in de jaren 90. Zo functioneerde ik o.a. in opdracht van de Gemeente Delft geruime tijd als interim-directeur voor Theater de Veste in aanbouw. Toen Louis Jansen en Gerbrand Borgdorf zijn bureau overnamen onder de naam Theateradvies, werd deze lijn voortgezet en introduceerden zij mij bij vele nieuwe opdrachtgevers.

Op voorspraak van Guus Mostart, net intendant van de Nationale Reis Opera, nodigde de Gemeente Enschede me uit voor advisering rond de voorbereiding van de bouw van de nieuwe schouwburg en ik werd vervolgens gekoppeld aan het grote adviesbureau DHV voor de ontwikkeling van een nieuw PVE en bijhorend ontwikkelingsplan. Zo kon ik samenwerken met de inspirerende Ryan Hendrikx, nu partner in het bureau 4Advies, die mij daarna uitnodigde samen met hem aan een aantal verdere opdrachten te werken. Terug naar lijst

Zeer vereerd was ik om een uitnodiging van te mogen ontvangen van het bestuur van Toneelgroep Amsterdam, op voorspraak van o.a. Janine Brogt. Gescreend door de bekende topadviseur James Leyer, toen bestuurslid, vloeide er een opdracht uit om samen met de voortreffelijke Gerrit Korthals Altes een aantal nieuwe werkwijzen te introduceren en implementeren binnen het gezelschap op het gebied van personeelsbeleid en delegatie van financieel beheer. De opdracht werd later uitgebreid op verzoek van Ivo van Hove toen hij het artistiek leiderschap overnam van Gerard Jan Reijnders. Een andere opdracht in de toneelwereld kreeg ik van Roelf Huizenga, zakelijk leider van eerst Art & Pro en later van de Theatercompagnie, nadat hij mij als bestuurder van DWA had aanbevolen bij de Gemeente Amsterdam om een nader concreet onderzoek te doen ten behoeve van 'het huis voor de dans' in de hoofdstad. Terug naar lijst

Toen ik het bestuur van de Stichting Opleiding Theatertechnici (SOTT) verliet, werd mij door het vernieuwde bestuur (in samenwerking met de VSCD) in de loop van een aantal jaren achtereenvolgende opdrachten verstrekt, een tweetal in samenwerking met Jaap Brandligt van B&W/partners, ter voorbereiding van het reguliere theatertechnisch onderwijs binnen de kaders van de WEB (Wet educatie beroepsonderwijs). Maar het hoeft geen betoog voor wie de theatertechnische wereld kent, wie in feite de 'echte opdrachtgever' was: Frits van den Haspel. Hem wil ik specifiek noemen als grote drijvende kracht voor de institutionalisering van scholing voor theatertechnici en danken dat ik hem daarbij op verschillende manieren heb mogen helpen. Terug naar lijst

De laatste persoon die ik als opdrachtgever wil noemen is Jeroen de Leeuw en zijn bureau Adviesetc. Aanvankelijk was ik eerst zijn opdrachtgever, maar onze samenwerking beviel zo goed dat toen Jeroen zijn eigen bureau oprichtte en ik het einde van mijn loopbaan begon te zien, ik met genoegen op zijn voorstel inging om de rollen om te draaien. We spraken af dat ik mijn opvattingen, ervaring en netwerk met hem zou delen en hij mijn laatste jaren zou verlichten op het punt van acquisitie. Terug naar lijst

En last but not least noem de opdracht ik in 1995 kreeg van het bestuur van het Scholingsfonds voor Kunst en Cultuur. Er zou een periode van ongeveer 6 maanden mee gemoeid zijn, het werden 12,5 jaar. Voor mijn zelfstandigheid was dat misschien niet zo goed, voor mijn bestaanszekerheid zeker wel. Maar ik ben vooral 'blijven hangen' omdat de opdracht inhoudelijk vele jaren een uitdaging was en het onderwerp mijn belangstelling bleef houden: ontwikkeling van kennis in een zich ontwikkelende maatschappij. De laatste jaren had ik wellicht de opdracht los moeten laten, toen er scherpe kritiek werd geuit vanuit bestuurlijke gremia in de sector op het functioneren van het Scholingsfonds. Los van mijn eigen belang, was het inmiddels niet zo eenvoudig meer de organisatie zonder adequate opvolging achter te laten, temeer daar er ook onzekerheid ontstond omtrent het verdere voortbestaan van het fonds. Door te blijven heeft mijn opdrachtgever in deze, het bestuur van het Scholingsfonds, zich enige jaren kunnen voorbereiden op een goede overdracht van de laatste opdracht, waarmee ik als zelfstandig adviseur mijn loopbaan afsluit. Terug naar lijst

Dhian Siang Lie